Bellenblazend naar de vuilnisbak
Ze zochten zich wezenloos naar een mogelijkheid om het volk in het gareel te krijgen. De dreiging met oorlogen en ziektes en lichten die in Europa uit zouden gaan was niet voldoende meer.
Voor miljarden hadden ze spuitjes ingekocht maar geen hond wou vroegtijdig dood en ook de felle realiteit van de spaarlampen was niet voldoende om te voorkomen dat ze dromerig de felle realiteit uit het oog verloren maar ook wel om hoofdpijn te bevorderen voor de kwakkelende drugsindustrie, maar het wrokkige volk bleef maar zeuren naar meer maar dan anders.
Meer meningen die vrij geuit konden worden, meer vaart op de snelwegen. Maar ook minder. Minder helicopters op stranden, minder hondenstront onder de schoenen. Ze bleven maar morren en dan vooral dat deel dat achter die blonde Atilla de Hun, het Grote Gevaar uit het Oosten, maar dan uit Limburg, aanholde.
Als Atilla ooit een snorretje zou gaan verzorgen en de rechterarm sportief omhoog zou zwaaien dan liep de rest van het volk er ook achter aan. Misschien met uitzondering van een paar overgebleven communisten, die zelfs voor zichzelf zwaaien als de televisie maar aan staat, zoals De Drie vantCDA, Ferrier, Lubbers en Koppejan, waarvoor terzijnertijd een plekje op Rottummerplaat moet worden gezocht.
Maar de ergste waren die oneerbiedige vlerken die grommende guillotines het internet binnen rolden waardoor er een flinke vraag ontstond naar schriftelijke cursussen Scherpslijpen, Valbijlen en hun Geheimen en De Franse Revolutie maar dan de nederlandse versie. Van die oproerkraaiers die ook nog reaguurden dat ze nog meer van hoeden en randen afwisten dan alle vonkenstapelaars bij elkaar.
Er moest wat gebeuren want anders waren ze hun baantjes kwijt en zou ieder land gewoon bestuurd worden door een directeur die gelukzalig glimlachend zijn sigaar zou dopen in een blonde secretaresse die zingend alle aanvragen voor subsidie door de versnipperaar zou jassen en met haar laaguitgesneden rode jurkje op de televisie zou vertellen dat de totale belastingdruk alleen vandaag naar 2,3% verhoogd zou moeten worden omdat de directeur haar een vette cabrio had beloofd voor nog te verrichten diensten.
En dat de kinderen op school dan tekeningen van cabrio’s gaan zitten kleuren voor de secretaresse en alle meisjes later ook secretaresse willen worden. Nou ja, misschien was het leuk als er iemand Koning of Koningin zou spelen zodat je tijdens een bijeenkomst lekker kon wegdoezelen tijdens een onvermijdelijke toespraak. Dus het werd dringen.
Maar gelukkig viel er in Amerika een bank om. Niks bijzonders maar in dit geval sprongen de overheden en de media er vol bovenop en werden bellenblazers. Tot hun verbazing veroorzaakte een opruiend bericht over de instorting van onze hele economie met veel vermelding van bedelstaffen ervoor dat er nauwelijks meer met spandoeken en fluitjes werd rondgelopen in de baas zijn tijd.
Dus lieten ze nog maar een iets meer alarmerend bericht uitgaan, over een heel land dat best wel eens om zou kunnen vallen. En warempel, werknemers die eerst het hoogste woord hadden over opslag of anders ongezien de tiefus, stonden nu voor dag en dauw al bij de poort van de fabriek met de pet in de hand voor de baas te juichen en met vlaggetjes te zwaaien, in hun eigen tijd.
Dat was echt verbijsterend vonden de heersers, ze waren op de goeie weg. Dus ze bliezen nog maar eens een paar belletjes. En ze bedachten dat dit het moment was om het vierde rijk in te voeren want anders ging weer het licht uit en het volk was nu toch al redelijk gedwee geworden. En ze noemden hun kindeke Europa, beter bekend als de Europeese Unie van Socialistische Sovjet Republieken.
De bellen die ze bliezen werden steeds groter want wat is er nou leuker dan dat je niet meer aan de grens moet wisselen? Precies, en dus werd er een mooie nieuwe munteenheid ingevoerd. Natuurlijk bliezen ze gelijktijdig maar even de gegokte waarde flink naar beneden, zo met een procent of tien. Want dat scheelde alweer een paar jaar inflatie waar het volk over had kunnen zeuren.
Maar ja, zo’n Vierde Rijk is geen fluit aan als je maar met een paar man bent. Dus werd de hele buurt uitgenodigd om ook mee te doen. Die buurt maakte het ook al weer geen fluit uit als ze maar gewoon in de hangmat mochten blijven liggen en desnoods wat konden bijbeunen en om gratis geld mochten fluiten. En dat mocht.
Er werden dure piefen van nog duurdere banken, advokaten en accountantskantoren bijgehaald die ervoor moesten zorgen dat alle examens werden gehaald en de buren met een InHolland diploma lid mochten worden van het Quatorze Reich. Ze zouden allemaal elk jaar een flinke snuif uit de pot ontwikkelingshulp of met nog leukere etiketjes krijgen. Want in tegenstelling tot het pakhuis van Oom Dagobert, dat tot de nok toe met goud en echt geld, als dat al bestaat, gevuld was, zat er in het pakhuis van de EUSSR en haar leden alleen maar lucht.
Dat kwam omdat er een systeem bedacht was waarin iedereen met de daartoe vereiste vergunning op belletjes lucht een stempel mocht zetten dat die lucht iets waard was. Een variatie daarop is dat onlangs populair geworden systeem met belletjes CO2 waarbij iedereen voor elke scheet moet betalen en de opgehaalde pot netjes onder de negertjes met die vlieg op de neus verdeeld wordt.
De waarde van woningen werden kunstmatig de lucht ingeblazen zodat een hutje dat voor 20.000 gulden bebouwd werd door gebruik te maken van de hulp van klussende familie en vrienden een paar jaar later voor 200.000 Euro verkocht kon worden. Want geld, oftewel lucht, speelde geen rol, de banken hadden genoeg van dat spul. Ook bedrijven leenden lucht dat het een lieve lust was. Ze bouwden hele bedrijfsparken op lucht en drijfzand en de borden waarop stond dat het geheel te huur of te koop was waren niet van de lucht.
Maar dat was nodig want door deze luchtige houding bleef er ook een heleboel lucht op de balansen staan en erger nog, door de voortdurende bellenblazerij steeg de waarde van het spul dat op de balans stond. En dat moets aangepast worden naar de waarde in het economische verkeer volgens de bellenblazers.
Het resultaat werd daardoor positief beïnvloed waardoor er gelukkig winstbelasting kon worden afgedragen en het Bruto Nationaal Product de lucht in werd geblazen zodat de daaraan gelinkte bijdrage aan Europa omhoog werd geblazen en de bankrekeningen van de ontwikkelingshulpmaffia flink werden bijgevuld. Een geweldig systeem dus dat ervoor zou zorgen dat de bomen tot aan het einde van het heelal de lucht in zouden groeien, een halvekamerwoning 3 miljard euro zou gaan kosten en een brood 481 miljoen. En dat kon dus niet hadden de bellenblazers in al hun grootheid voorzien.
Dus voerden ze de Stoelendans voor Bellenblaasgelovigen in. Zolang de muziek speelde en de bomen groeiden was er niks aan de hand. Maar zo gauw als de bellenblazers even adem moesten halen, stopte de muziek en degenen die geen stoel hadden gevonden zaten met de gebakken peren en waren hun investering kwijt.
Nu kun je niet eeuwig bellen blijven blazen, want ooit raakt het sop op. Of de blazers krijgen uitslag aan hun mond. Maar er kunnen ook gaten in de bel vallen en dat is nu het probleem van de blazers. Het sop, het volk, weigert nog langer om zich op te laten blazen dus de bellen doven uit. Gelukkig zie je dan ook de ene bel na de andere in elkaar pleuren of ongezien de tiefus krijgen.
De Grieken lopen met hun verwensingen dan ook voor de rest van de troepen uit. Maar gelukkig zijn er al die hun wensen aan het formuleren zijn, zoals de Ieren, de Italianen en nog een paar. Straks zijn er geen bellen meer door de naderende verstoorde luchtpijpen van de blazers. De EUSSR sterft een langzame en pijnlijke dood, het volk kijkt verslagen naar een bellenblaaspijpje en als het de kracht nog heeft om even om zich heen te kijken zien ze een onafzienbare vuilnisbelt waar de laatste luchtbelletjes in hun graven zachte plofjes maken. Dus er is hoop.
Dit stukje werd in 2013 op mijn inmiddels vergane blog geplaatst maar niemand wilde het geloven omdat we toen lucht zat hadden.