De Bovenmatige Bruid
Vertrouw nooit een klein mannetje of eentje met een bochel. Dat waren de verstandige woorden van mijn grootmoeder en gericht aan de meiden in de familie die op mannenjacht gingen. Zonder dat ik het kon horen werd daar nog aan toegevoegd dat ze een klein mannetje niet moesten verwarren met een kabouter. Een kabouter heeft namelijk een grote lul en een klein mannetje een grote bek.
Zo gebeurde het dat een boerenmeisje uit het meest afgelegen deel van Duitsland verliefd werd op een heel klein mannetje uit Frankrijk. Ja, dat hebben vrouwen soms, dat ze dan lopen te glunderen en te glimmen dat ie zo lief is en lijkt op een klein muisje en dat ze ‘m wel op kunnen vreten.
Maar ja, zoals dat altijd gaat in een Operette was die man dus getrouwd met een hele grote vrouw die ook nog zwanger dreigde te zijn van hem. Van dat kleine mannetje dus die zo klein was dat hij net deed of hij net als DSK ook een paard had van 35 centimeter en dus zijn hoeven maar 35 cm had laten verhogen om zijn vrouw rechtopstaand in de oren te kunnen kijken. Zo’n mannetje dus. Ja, ik keek er ook van op, zeker toen ik dacht aan de wijze doch geheime woorden van mijn grootmoeder over die verwarring met die kabouter.
Maar goed,vrouwen zijn nooit te houden dus zij, het boerenmeisje, moest en zou hem hebben. Ze ging overal naar toe waar ze maar kon vermoeden dat ze hem daar trof en dus trof ze hem. Op den duur begon dat het kleine Franse mannetje op te vallen en hij zag er wel brood in. Dus zei hij tegen het boerenmeisje dat hij een Griekse vriend had. Oh nee, zei het boerenmeisje, dat heb ik ooit eens gedaan maar daar heb ik nu nog last van.
Dus zei het Franse mannetje tegen het Duitse liebestolle boerinnetje dat als zij nu even de zin van die Grieken deed dan zou hij haar straks gelukkig maken. En zo is het gekomen.