De Rouwkamer
Zij deed het te lang met een Rouwkamerling |
Snikkend viel de ouwe man mij om de hals. Ohwowo blèrde hij, owowow. Nooit eerder zag ik een mens in zijn totale verscheuring die veroorzaakt werd door een onbegrijpelijk verdriet waar hij geen antwoord op had.
En de arme man, of was het tóch een vrouw, jammerde voort. Oh, Breindinges, ze zijn ons compleet vergeten. Vroeger hadden ze ons nog nodig en moet je nu zien. Eenzaam zitten we onze dagen te tellen en als het dan eindelijk zondag is komen ze gewoon nietopdagen. Nog geen briefje kan er af.
Ja, je krijgt een sms-je maar wat hebben we er aan als je geen draagding hebt, zo’n telefoon zonder kabel. Ze hebben het altijd maar druk, druk, druk. Maar als je een foto van ze in de krant ziet staan zijn ze altijd aan het flierefluiten en staan ze te zuipen of proberen een vrouw te versieren die 80 jaar jonger is of ze zetten een advertentie dat ze d’r een geneukt hebben en dan weken achtereen.
Troostend drukte ik de jammerende man aan mijn borst. Ik drukte en drukte dat het een lieve lust was. Zo, nu had hij rust. En ik ging op zoek naar andere verdrietige mensen die jammerend in die kamer aan het rouwen waren om ze voor altijd te verlossen.