De Snikkende Snakkers
Waarom houden ze niet van ons, we doen toch alles wat er in ons vermogen ligt, snikte de Snikkende Snakster en krampachtig drukte zij haar door tranen verzilte zakdoekje tegen haar wanhopig druipende neus. Ze trachtte zich te vermannen en bij haar uitzien moest dat nauwelijks problemen opleveren. Hier was duidelijk een gevoelig mens in grote geestelijke nood en moe van het blèren en stampvoeten. Dus zou het zo maar tijd kunnen zijn voor een boekestijntje of een jeroentje.
Maar de staalharde kaderopleiding bij de Likkende Liegers wierp zijn vruchten af. Het naar de liefde van de verworpenen snakkende wezentje had zich net op tijd vermand en het was echt geen gezicht. Ze snoot haar neus in de rode verzilte zakdoek en het werd er niet beter op. Toch vervolgde ze haar betoog terwijl ik geinteresseerd naar de rouwrandjes van mijn nagels keek en bedacht dat ik daar best eens een stukje over kon schrijven.
En ze vervolgde, en vervolgde, er kwam geen eind aan. Waren zij het niet geweest van wie het Vadertje toch maar gezorgd had dat iedereen op nog overeen te komen leeftijd aan de AOW kon. Waren zij het niet geweest die bordspelletjes verstrekten aan lieve loverboytjes die meisjes in elkaar beukten. Waren zij het niet geweest die de publieke omroep aan hun hart koesterden.
Geschrokken keek ik op van mijn interessante rouwnagels en dacht ogenblikkelijk aan Pauw & Witteman. Daar had ze misschien een punt want die Jeroen was van het ‘jeroentje’ en daar heeft hij geweldig veel punten mee gescoord. Hebben de onbegrepen snikkenden en naar liefde van het stemvee snakkenden dan toch gelijk. Moeten we ons stemvoornemen maar weer heroverwegen en ze maar weer één keertje een laatste kans geven.