Jankverhalen

De tong is uw gevaarlijkste vijand

“Pietje heeft droplul tegen mij gezegd”, blèrde mijn neefje Jantje, toen hij uit school kwam. “Dan is Pietje een blinde mol jongen want je bent nog geen neger”, zei ik zo correct mogelijk. “Pietje is wel een neger en hij draagt een bril hoor”, brulde mijn neefje en keek mij vijandig aan. Want kinderen hanteren een kinderwet die zegt dat je de vriendjes moet beschermen tegen buitenstaanders. En dan vooral tegen die stomme lui die zichzelf volwassenen noemen. Er zat een zekere logica in zijn antwoord, maar als volwassene wist ik niet waar ik die moest zoeken. Jantje hield in elk geval op met blèren want gelukkig hadden ze nu een gemeenschappelijke vijand gevonden.

Pietje wist nog niks van het bestaan van die vijand af , maar morgen was hij de eerste die het goede nieuws zou horen. Waarschijnlijk zou Pietje dan zeggen dat dat scheldwoord niet voor Jantje was bedoeld maar eigenlijk voor zijn oom, want die had Pietje een blinde mol genoemd en geen neger. De volgende dag stond er na schooltijd een halve school kinderen bij mij in de straat. Mijn neefje stond samen met Pietje, op een flinke afstand, als onbevooroordeelde toeschouwers. “Vuile racist” schreeuwde een van de helden uit de groep, hij was kennelijk de leider van ’t spul. “Vuile racist” kwaakten de andere kinderen, want dat hoort zo bij een manifestatie.

Het leek me allemaal nog redelijk onschuldig want ik zag nog geen spandoeken van de bekende politieke manifestatiepartijen. Dus liep ik maar naar buiten. Want als je binnen blijft zitten met de gordijnen dicht beginnen ze misschien zo maar met iets over hamas en joden te gillen en dan is de buurt echt wakker. Maar het was al te laat. Alle buren stonden inmiddels ook buiten of hingen geinteresseerd uit de openstaande ramen. De buurvrouw, wiens avances ik niet had gehonoreerd, en waarvan ik tegen mijn andere buurman onder strikte geheimhouding had gezegd, dat ik ’t nog liever met een schaap zou doen, was dit mogelijk toch ter ore gekomen. “Volgens mij heeft ie iets met kinderen” snerpte ze vijandig.

Toen brak de pleuris uit. Stenen knalden door mijn ramen. Mijn auto, die voor de deur geparkeerd stond vloog ineens in de fik. Politiewagens en de ME reden de straat in evenals een busje van de glas- en calamiteiten service en tientallen reportagewagens van de actualiteitenrubrieken. Zelfs kinderen schijnen een rel perfect te kunnen organiseren. Geboeid en met een zak over het hoofd werd ik ruw afgevoerd door een tiental dienders. Die zak over het hoofd werd trouwens af en toe even weggetrokken voor de fotografen en voor de filmploegen omdat ze later toch weer een balkje voor je ogen doen.

Op mijn computer werd een vergeten portretfoto ontdekt van de eerstgeborene van een oude vriend, die mij dit plaatje trots gemaild had. Op grond hiervan, wegens mijn racistische uitlatingen en het aanzetten tot haat maar vooral omdat het volk ernstig geschokt was geweest, werd ik veroordeeld tot 12 jaar. Er waren honderden getuigen die iets hadden vermoed of misschien wel gehoord en de door mij versmade buurvrouw was te gast bij NOVA en CNN. Mijn advokaat zei dat ik nog van geluk mocht spreken want als hij rechter was geweest had-ie mij het dubbele gegeven. Morgen kom ik vrij en dan heb ik een afspraak bij de chirurg om mijn tong te laten verwijderen.