Dierenleed

De Vlieg

Omvliegster

Even rustig voor de kwelbuis gaan zitten om het laatste nieuws van de NOS te zien zat er vandaag ook al weer niet in. De hele dag was al onrustig verlopen. Busjes van de pakketdiensten reden af en aan, troffen niemand thuis en belden toen maar bij mij aan om hun pakketje voor de buren van 5 blokken verder bij mij neer te kunnen plempen. Je kunt moeilijk weigeren om zo’n pakket aan te nemen. Want voor je ’t weet sta je in de hele buurt bekend als die vent van 5 blokken verder die te lam en te lui is om even een pakketje voor zijn naaste aan te nemen.

Dus neem je alles maar braaf in ontvangst en binnen een paar uur ligt je hele huis bezaaid met pakjes voor de buren, ook die van 15 blokken verderop. Vervolgens weet je natuurlijk ook dat het met je rust gedaan is want op de meest ongeschikte tijden bellen er dan weer hele legerscharen bij je aan de deur met de vraag of er toevallig een pakketje is afgegeven. Hoezo toevallig? En dat gaat zo maar dag en nacht en zeven dagen in de week door. En maar bellen en maar afgeven en dus maar in ontvangst nemen en dan weer bellen en weer afgeven. Dat is niet te doen voor een normaal mens.

De vlieg kroop langzaam over de bovenkant van de breinwasbuis om een goed plekje te zoeken zodat hij beter in het decolleté van de omroepster kon kijken. Het zal dus wel een mannetje zijn geweest of anders een lesbisch vrouwtje. Dat weet je bij vliegen maar nooit en bij vrouwtjes eigenlijk ook niet. Een jaloers gevoel maakte zich van mij meester en ik zocht de vliegenmepper. Intussen was de omroepster verdwenen en in plaats daarvan keek Marianne, die van de Vliegen, mij streng aan. De vlieg gromde verheugd vanwege de aangename herkenning van zijn beschermengel en ik stopte daarom maar van schrik de vliegenmepper in mijn mouw.

Maar ze bleef kijken en iets zeggen, maar ik weet niet wat. Dat heb ik altijd met vrouwen die op een bepaalde manier kijken en dan nog vreselijke vragen gaan stellen. Dan stop ik onmiddellijk alles weg want wat zullen ze wel niet van mij denken en ik hoor dan ook nooit wat ze zeggen. Een vent met een vliegenmepper en een kleine weerloze vlieg moet wel erg verdacht lijken, zeker voor Marianne. En in een confrontatie met haar over mijn gemis aan liefde voor het mededier had ik nu even helemaal geen zin. Dus bleef ik maar met hangende en betrapte oren kijken,

De vlieg voelde zich door haar nabijheid heel wat mans want hij sjokte geheel op z’n gemak naar het midden van het scherm en bleef op haar schouder zitten. Plots verdween Marianne uit beeld en een van die praatpoppetjes, Femke of Alexander, ik wil er vanaf zijn, nam haar plaats in en de vlieg schrok zich daarom een ongeluk en blies de aftocht. Heel begrijpelijk, die reactie, want ik krijg dan ook altijd uitslag. Dus ik begon de vlieg nu toch wel wat sympatieker te vinden. En we hadden geluk want als Bos weer was verschenen met een geldgeefverhaal aan banken waren we allebei dodelijk neergestort.

Ja hoor, daar ging die rotbel van die pakjesophalers of het was alweer een nieuwe brenger natuurlijk. Goedemiddag buur, ja hoor, pakje, geen probleem dat weet je toch, okee, doei. Bij het dichtgooien van de deur glipte de vlieg nog net mee naar buiten. Of had ik hem dit keer geplet tussen de deur en het kozijn want ’t ging wel snel? Voorzichtig deed ik de deur op een kier en de vlieg die ’t toch overleefd had, had ’t kennelijk koud gekregen en glipte weer snel naar binnen. Kouwkleum besloot ik en dus dacht ik dat de opwarming van de aarde een zegen voor vliegen zou zijn.