Asielzoekersleed

Dwangzaad

De meeste meiden staan niet meer met een zakdoekje op de kade te wuiven als er een lading testosteron binnenvaart. Ze wuiven nog wel maar niet op de kade. Nu wuiven ze ook niet meer met een zakdoekje maar met een welkomstbord.

Warme mutsen
Dat was vroeger wel anders toen ze zich verdrongen om onze mannen van de marine en de koopvaardij die uit exotische oorden kwamen al dan niet tegen betaling een warme muts aan te bieden. De gewone huis-, tuin- en keukenmannen was geen flikker aan. Matrozen, mariniers en andere varensgezellen moesten het wezen. Die terugkwamen uit exotische oorden waar ze meisjes met een zieke moeder hadden geneukt. Zodat zeker was dat er flink vreemd gegaan kon worden en dan nog het liefste met zonder kapotje. Want als het dan fout ging kon je de zeeman de schuld geven die alweer weg was. En viel er weer wat te janken en met de handjes te wringen. Alle vriendinnen waren jaloers.

Enkelbroeken
Het was de glorietijd van de pure wilde mannelijkheid. De tijd van broeken op je enkels en slipjes op je hoofd bij de pisbakken achter de kerk en de afwezige handen op de bar, zoekend onder baaie rokken en in filmzakken. De tijd waarin in de bioscoop meer achter je te zien was dan op het witte doek. De tijd waarin de kinderen dan ook achterstevoren op de stoel naar een mooie opwindende voorstelling in het halfduister keken met exotisch gewriemel en gesteun van mensen met hoogrode koppen. De tijd waarin miljoenen krakende wollen onderbroeken vol met geheel vrijwillig opgedroogd zaad werden aangetroffen in wasmanden.

Dat is nu wel zo’n beetje afgelopen. Het enige zaad dat je tegenwoordig nog uit exotische oorden aantreft is dwangzaad na een bordje welkom.

Een gedachte over “Dwangzaad

Reacties zijn gesloten.