Geen categorieJankverhalen

Ge mot de butjes van Oss hebben

Gauwleidster die mijmert over butjes

Lang geleden was vlees voor de gewone mensen niet te betalen. Bij de slager zag je dan ook alleen maar vrouwen staan met een regenkapje of een hoofddoek tegen de regen en de wind. Vrouwen die van een burgemeester waren of zo eentje van de KVP. Die konden zich nog dure vlezige vrouwen permitteren. Toen al. Alle andere vrouwen werden bezocht door de butjeskèrl uit Oss. Die werd zo genoemd omdat zijn assortiment voor 99% bestond uit ribjes. De rest was paardevlees en paardevet.

Ik moet putten uit verre herinneringen want het is zeker wel 50 of 60 jaar geleden. Of de butjeskèrl met de brommer kwam of met de fiets weet ik niet meer. Een auto was in die tijd ondenkbaar. De enige die in mijn dorp een auto had was de stoffenkèrl die een winkel had op het marktplein. De Ster heette die winkel en het was een enorme Amerikaanse Slee, die auto. De Ster at geen butjes denk ik want hij deed goede zaken. Het duurde nog wel even voordat de BTW werd ingevoerd en ook op andere wijze de ondernemingen om zeep werden geholpen.

Eerst was er maar een enkele butjesmeneer – later had iedereen wel een butje in de aanbieding – die uit Oss kwam en op het plaatselijk slachthuis aldaar via verstrengelde relaties wat vlees opkocht. Vlees dat in de moderne tijd misschien wel als zuiver biologisch en van hoge kwaliteit zonder hormonen en andere meuk beschouwd kon worden. maar in die tijd was het bedenkelijk spul dat min of meer afgekeurd had moeten geworden zijn of van noodslachtingen afkomstig was. Ook paardenvlees was er vaak in de aanbieding. Nee, volspuiten van dieren met kankerhormonen, antivries of pestbaccillen deden ze toen nog niet. En paardenvlees was goed voor tegen de bloedarmoede en paardenvet tegen de kroep of een andere enge ziekte.

Het vlees werd wekelijks op zaterdag – want door de week stond de leverancier gewoon op de bouw te pezen – afgeleverd bij de Gauwleidster. Iedere buurt had er wel een. Die werd zo genoemd omdat ze altijd maar gauw even bij de vrouwen in de buurt langsging om de bestelling van de week op een briefje te schrijven. De Butjeskèrl zelf werd later in de kroeg ook wel de Kutjeskèrl genoemd, waarom is mij ontschoten. De betalerij van de bestellingen gebeurde op de pof. Bij het afhalen werd de bestelling van de vorige week betaald aan de Gauwleidser die dat weer doorgaf aan de Butjeskèrl als hij de nieuwe bestellingen kwam afleveren. De buurvrouw, die ook Gauwleidster is geweest, weet niet zeker of het Marijnissen was, maar hij heette ook Jan en kwam uit Oss.