Geen joden, dat prikt
Op elke kleuterschool en kindercrèche wordt het verplicht om verhaaltjes uit de Kinderkoran voor te lezen.
Dat ding dat bommelt
Ik denk dat het een groot succes wordt. Kinderen zijn dol op verhaaltjes met enge dingen. Als er maar veel bloed en afgesneden dingen in voorkomen, kan het verhaal eigenlijk al niet meer stuk. Nog enger vinden ze het als je er een bommelding in gooit. Een bommelding is een ding dat bommelt. Niemand weet hoe ’t er uit ziet. Dus dat is best eng en dat vinden ze prachtig.
Dobberhaaien
En haaien. Haaien met van die hele grote scherpe tanden. Haaien die nu, tijdens het vertellen van het verhaaltje, door de crèche of de klas zwemmen, op zoek naar een kind om dat eens flink in z’n billen te bijten. Dat laatste mag eigenlijk niet meer vanwege seksuele intimidatie en ze bellen zó de Kindertelefoon om je aan te geven. Maar ik heb er toch altijd veel succes mee, terwijl de Kinderkoran/het enge verhaaltje voorgelezen wordt op een bank waarop iedereen met opgetrokken knietjes zit in bange afwachting van de haai die straks langshapt.
Jodenprik
In zo’n Kinderkoran staat trouwens veel dat voor kinderen herkenbaar en oud nieuws is. Zoals dingen waar de hoofdrolspelers een hekel aan hebben en eng vinden. Dingen die in het oog springen of prikken. Zo heeft elk kind bijvoorbeeld een enorme angst voor joden. Telkens als kinderen een wondje hebben en je wil er jodium op doen blèren ze: alsjeblieft , geen joden, dat prikt! Laten ze er in ieder geval een verhaaltje in doen over haaien die door de kamer zwemmen, iedereen voor hoer uitschelden en het tasje van opoe jatten. En dat iedereen die gewond is dan joden krijgt, dat is pas eng.