Gijzeldrama
Na decennialang hier in vermeende vrijheid te hebben gewoond ben ik met een kater wakker geworden. Een kater die ook nog uit zijn bek stinkt. De stank van slavernij met een etiketje van vrijheid en een door de staat gepland leven waaruit vluchten nauwelijks mogelijk is.
Je kunt demokraatje spelen wat je wilt en met zo’n rood potlood lopen dreigen maar de kikkers worden, net als bij die televisieprogramma’s waarbij de winnaars al maanden van tevoren bekend zijn, gewoon doorgekookt.
Nu is het ook duidelijk waarom dat eigen huis met bijpassende hypotheekmolensteen om de nek zo nodig moest of iedereen een bankrekening met zo’n kaartje. En het gezin als molensteen van de samenleving. Allemaal manieren om de normaal vrij verplaatsbare mens vast aan de staat te ketenen en te zorgen voor een voortkabbelende stroom aan vraat voor de staat en haar vazallen, de staatsruifleegvreters.
Ik zeg u dat er straks een niet aflatende golf gescheiden emigranten al dan niet met bootjes richting Australië vertrekt met achterlating van huis en hypotheek, gevolgd door verlaten vrouwen en het restje nog niet wegens de honger achter het behang geplakte kinderen.
Maar ik kan het mis hebben en zien we rijen uitgemergelden met de pet in de hand zoals gewoonlijk langs de kant van de weg staan te gapen en te juichen naar al die gebraden hanen en overige krolse kippen.