Nieuws

Ik had wel 1 mijoen aangiften kunnen doen wegens ongewenst aan mijn krulletjes zitten.

Afbeelding van Aline Dassel via Pixabay

De hele wereld is in rep en roer dat er jongens en meisjes, die het in zich hebben om voor de hele wereld aan het klimrek hangend hun broekje te laten zien, hun broekje lieten zien en dan tot hun verbazing aan of in dat broekje werden gezeten.

En dan niet zo maar door de eerste de beste maar door zangers, pianisten, orkestleiders, regiseurs en andere lui die eeuwen daarvoor hetzelfde lieten doen om dat nu bij anderen te doen. En wie de geschiedenis van de in en aan broekjeszitterij kent weet dat dit al eeuwenlang op dezelfde manier wordt gepraktizeerd. Kort samengevat. Iemand die een broekje met inhoud wil gebruiken om iets te bereiken bereikt dat doel en gaat er dan eeuwen later over zeuren dat ’t doel danwel bereikt was maar niet van harte en eigenlijk achteraf bezien en met de kennis van nu hadden ze er geen zin an en geen lol aan gehad en vaak ook nog met an die vreselijke beschuldigen die mannen van versmade vrouwen via hun vrienden voor de voeten krijgen gesmeten ‘En neuheuken kon ie ook nie’…

Klinkt ingewikkeld en dat moet ook want de hele Nederlandse advokatuur ligt er bovenop omdat het om een molshoop van verstrengelde Gooise matrasbekenden zou gaan. Dus excuus voor de vooralsdans en niettegenstaands die ik er in dit verhaal even voor het geval dat doorheen slinger.

Niemand trok zich er ook maar iets van aan als ik op zomerse dagen in de zinken wasteil werd gegooid en voor duizenden nieuwsgierige blikken van de kippen en andere enge beesten met Sunlight zeep en een flinke wasborstel af werd geschrobd.

Of dat ik in het wandelwagentje door miljoenen vrouwen die allemaal tante of buurmeisje werden genoemd werd afgelebberd met van die grote druipende tongen zodat ik de mouwtjes van mijn jasje telkens moest uitwringen.

En ze bleven maar ongewenst komen en aan mij zitten en maar lebberen. Ik begon al te blèren als ze om een hoek van de straat opeens in drommen naar me toe kwamen rennen. En weer aan me plukken en weer lebberen. En zuchten van ‘Oh wat een lekker jungske, het lijkt wel een meisje met die gouden krullekes’…

En ze knepen in mijn blote beentjes die onder de broek van mijn matrozenpakje uitstaken. En weer aaien en zeuren over mijn krullekes en weer dat gejuich en gevraag van ‘mag ik ‘m even vasthouden?’ Gek werd je ervan.

Hierdoor had ik lang een haat-liefde-verhouding met de vrouwen. En er was een tijd dat ik zelfs priester wilde worden want dan kon ik trouwen met mijn toenmalige kleuterjuffrouw die non was en die deden die vieze dingen niet. Maar van de grote jongens hoorde ik dat je dan automatisch homo wer en ik wilde niet uitgescholden worden dus ben ik maar gewoon gebleven.