In de ban van de lucht
De hele westerse en dus allesgelovende wereld, is nu al enige tijd bezig om de lucht de schuld te geven voor al het boze dat binnenkort zou kunnen verschijnen. Het is er nog niet maar dat mag de pret niet drukken. Dus worden er prachtige sprookjes verteld, dat ’t allemaal best mee valt en zo, maar dat we toch maar met z’n allen de broekriem moeten gaan aanhalen. Dat aanhalen van de broekriem bestaat dan uit het ontslaan van een heleboel agenten, het in de stront laten liggen van die waardeloze oudjes en het laten studeren op aanhaalmogelijkheden door duizenden commissies. Dus we zijn al flink bezig.
Bij de bestudering van de lucht viel het op dat die nogal erg vervuild is geraakt dus gaan we die nu gelijk maar even schoonmaken want je moet wel iets hebben om die broekriemaanhaalacties te compenseren. Gewoon omdat we, zelfs nadat de belastinginkomsten per jaar met 30% gedaald zijn, het gemakkelijk allemaal kunnen berappen. Desnoods, als we een kleinigheidje te kort komen, nemen we een hypotheek op het land met de hele inhoud, met bijvoorbeeld een looptijd van een jaar of vijftig, of honderd, het maakt niet uit. Het hele land zal met inhoud in waarde stijgen en dus worden we ook nog eens slapend rijk.
De lucht in onze economie bestaat momenteel voor 99% uit vuile lucht en voor de rest uit luchtig vertrouwen omdat het niet door iets tastbaarders gedekt is. Uit deze lucht halen we luchtig al onze goederen en die vreten we dan luchtigjes op om ze daarna onder stinkende luchten weer uit te scheiden of naar de vuilverbrandingsoven te brengen of naar een deel van de wereld waar de lucht door al dat gebreng ook niet meer te harden is. Dus door luchtig met dit soort zaken om te gaan kunnen we zonder moeite de lucht wereldwijd reinigen zodat onze eventueele achterachterkleinkinderen en daar dan weer de kinderen van, weer met de herhaling van deze geschiedenis kunnen beginnen.