Joden koeken
De tranen stroomden over haar wangen terwijl ze fier met haar borsten vooruit op haar hoge hakken naar de winkel liep die ze samen met haar man een paar maanden geleden was begonnen. Iets met meubels of vloerkleden.
We waren zeker wel met een ploegje van een man of tien en liepen lachend en schreeuwend en elkaar aanstotend en opmerkzaam makend op die mooie grote tieten achter haar aan. Wel op gepaste afstand want ze was er een uit de grote stad en die hadden nogal losse handjes. Als ze ons iets doet zei iemand geruststellend, dan haal ik mijn grote broer er bij want die is al bijna 12 en kent judo.
Hoer met je hoge hakken, schreeuwde mijn buurjongetje van zes voor de zoveelste keer en niemand wist wat dat nou weer was maar die mevrouw met die grote tieten werd er knap verdrietig van. En het buurjongetje wist er alles van omdat zijn moeder en zussen ook in de grote stad werkten en mijn oom wist te vertellen dat het een stelletje hoeren waren. Dus het kon best kloppen want die liepen als ze naar het werk gingen ook op hoge hakken.
Waarom er eigenlijk gelachen werd is onduidelijk. Een betraande dame die snikkend voor je uit loopt en voor hoer wordt uitgescholden, daar zag je de humor niet van in. Tenslotte had ze ook een hoofddoekje op net als onze moeders als die de straat op gingen. Maar ja, ze had wel rood haar, dus was het een rooie waar de pastoor bij de preek altijd zo tegen tekeer ging. En iemand had gezien dat ze naar dat kleine protestantse kerkje was geweest. En protestanten, dat wist iedereen, die dronken kinderbloed.
Maar ja, iedereen lachte dus zou het wel kloppen. En als je niet meedeed was je al snel de spelbreker en voor je het wist was jij aan de beurt. Dan stond de hele meute bij jou voor de deur te schelden tot je vader er genoeg van had en ze met de klomp op hun flikker ging slaan. En er was geen verborgen camera in de buurt, dus…
De mevrouw liep snel haar winkel binnen, iemand gooide nog een steen tegen de ruit en toen was de lol er af en gingen we maar weer naar de friettent. Niet dat we daar naar binnen mochten maar gewoon omdat we hadden gehoord dat de baas van de friettent Jood was. Die had een paar jaar geleden in een woonwagenkamp in Duitsland gezeten en was dus best eng.
Jood, schreeuwde het andere buurjongetje en keek trots om zich heen. Het was echt een etter van een buurjongetje maar met een broer van bijna 12 die judo kent moet je oppassen dus lachte iedereen maar weer. Hitler, schreeuwde iemand anders en stak begroetend zijn arm in de lucht. Die Hitler was een tijd de baas geweest in het dorp en hij schoot iedereen die aan je fiets zat voor zijn klep. Je kon toen zelfs de achterdeur gewoon open laten staan als er niemand thuis was.
Plotseling viel er een ijzige stilte en een grote schaduw viel over het plein voor de friettent. Een enorme hand kwam uit het niets, greep een stuk of wat kleine ettertjes in de kraag, mijn nek kraakte onder al dat geweld, en sleepte ze de friettent in. Het was mijn ouwe oom van wel 25 jaar, die in Korea had gevochten en net op tijd terug was.
Hier zijn de klootzakjes, zei mijn oom tegen de frietbaas, geef ze maar een flinke koek. De friettentenbaas pakte een grote bus van het merk Jodenkoeken van de plank en we kregen allemaal een koekje. Mijn oom keek verbaasd naar de frietbaas en glimlachte. Zo, stelletje tuig, zei hij bars, en nu gaan we naar die mevrouw met die grote.., met die grote winkel. Eens kijken of je daar misschien een andere koek van krijgt.
leuk om te lezen, goed geschreven.