Luisterend naar gezang bij open deuren
Ik zit in een kamer met een heleboel deuren en het was gelukkig niet de eerste keer. Maar dit keer was er iets geks aan de hand.
Deurenland
Een kamer was het met allemaal deuren. Honderden deuren, leek ’t wel, en ze stonden allemaal open. Verward keek ik de kamer rond. Naar mensen die ook in die kamer zaten. De meesten staarden naar de muur maar anderen waren druk aan het vingeren. Op hun mobieltje.
Deurtrappen
Plots kwam er iemand buiten langs en trapte tegen de open deur. En weer een ander verdrong de trapper en gaf ook een trap tegen de lucht in de deuropening. Er werd geen woord gewisseld. Hooguit wat gekerm, gekreun en gegrauw, dat de trappen nog met enig waarschuwend geluid begeleidden. Bij sommige deuropeningen stonden dikke rijen mensen die hun trap kwamen bevestigen. En dat deden ze niet door te trappen maar met hun wijsvinger op de lucht in de deuropening te klikken. Daarna liepen ze druk vingerend op dat vingerding verder. Sommigen kwamen terug en trapten nog eens tegen de luchtige deur. Er waren er zelfs bij die hun trap vooraf lieten gaan door hemelse gezangen, sorrie zeiden of eerst even kuchten. Anderen brachten de kapper en een designartiest mee of vroegen of hun gulp wel dicht zat.
Vingeren
De mensen die met mij in de kamer zaten zwegen, staarden en vingerden. Buiten hoorde ik een trapper tegen de andere trappers zeggen dat we zo niet met elkaar zouden moeten willen omgaan, toch? Ik hield wijselijk mijn mond…
Update:
…en schrok op door een dichte deur die opengetrapt werd.