Over de tomeloosheid van het bestaan
Er was eens een leuk bedrijf waar allemaal nette mensen werkten. Iedereen was tevreden want het bedrijf liep als een tiet. Het was een zeer rijk bedrijf omdat alle mensen die er in het verleden hadden gewerkt gelukkige en tevreden mensen waren geweest die weinig noten op de zang hadden en dus weinig eisen hadden. In de achtertuin van het bedrijf stond ook nog eens een limonadepomp die lekkere gazeuse uit de grond pompte, zo maar voor niks, en dat werd verkocht aan andere bedrijven die dat niet hadden.
Ook de werknemers van het bedrijf kregen een slokje maar daar moesten ze dan wel een kleinigheid voor betalen. Iedereen blij dus want het was een heel tevreden bedrijf. De mensen kenden elkaar en hielpen elkaar als het eens bij iemand tegen zat.
Op een goeie dag werd de oude directeur dood gevonden. Misschien wel vermoord spraken boze tongen want er wordt, zeker als het gaat over dode directeuren, vaak in boze, gespleten of gewoon in tongen gesproken. Want er kwamen hele legerscharen nieuwe directeuren met vette dikke Mercedessen het terrein op rijden. Ze brachten allemaal hun adviseurs, secretaresse, tiepdoosje en andere minnaressen mee. Er kwam een Raad van Bestuur, een Ondernemingsraad en een Commissie Ophalen Lege Koffiekopjes. De salarissen van het personeel werd drastisch verhoogd, dus niemand vroeg meer wat.
Er werd een Algemeen Overleg ingevoerd. Dat betekende dat, als een van de chefs een opdracht aan iemand gaf, er over die opdracht gepraat moest worden. Over de doelmatigheid van die opdracht en of iemand anders dat niet even kon doen. Een aangetrouwde nicht van een zwager van een van de directeuren werd als directielid aangesteld want ze had ervaring als kleuterleidster. De directie en aanverwanten groeiden als kool dus met de leiding van het bedrijf was het dik in orde. Iedereen mocht zijn vrienden en kennissen, maar ook onbekenden, uitnodigen en die werden dan ook allemaal door het bedrijf betaald. Het bedrijf ging geld uitlenen voor de aankoop van de huizen van de werknemers en ze kregen een deel van de kosten zomaar van het bedrijf terug. Daar werden ze natuurlijk allemaal nog blijer van. Ze kochten en ze kochten, dat het een lieve lust was.
Als er eens iemand geen zin had om te werken had men daar volledig begrip voor. Iedereen heeft weleens een klootdag. Gewoon even bellen naar het bedrijf en zeggen dat je ziek was. Dat was alles. Het salaris werd doorbetaald en niemand vroeg meer wat. Want je moet elkaar, zeker in een bedrijf, kunnen vertrouwen. Het geld, dat nodig was om al deze leuke dingen voor het personeel te kunnen betalen, werd door de bedrijfsdrukkerij geproduceerd. Dus dat zat wel goed. Elk jaar werd er door de chef van de afdeling Creatief Boekhouden een aantal prachtige grafieken en cijferreeksen voorgeschoteld waar niemand verder interesse in had. Want het zag er allemaal geweldig uit. De omzetcijfers rezen de pan uit, de kosten vielen best mee en ze hadden niet voor niks de grootboekrekening ‘sluitposten’ uitgevonden. Ja, ze waren erg creatief, daar op die afdeling.
Soms was er wel eens een werknemer die zo ondankbaar was om al die mooie jaarcijfers en prachtige berekeningen in twijfel te trekken omdat die lege bedrijfshal met alleen maar koffiedrinkende mensen toch wel op ging vallen. Maar daar werd korte metten mee gemaakt. Hij mocht nergens meer aan mee doen en niemand mocht meer met hem praten. Want waar blijf je als bedrijf als iedereen zich maar van alles gaat afvragen. Een directie is er om vertrouwen in te hebben, waar blijf je anders? En zo wentelde iedereen zich in de gelukzalige wetenschap dat het bedrijf tot in de eeuwigheid door zou groeien en dus altijd de wensen van het personeel zou blijven vervullen.
Op een goede dag kwam er een man met een aktetas aan de poort van het bedrijf en plakte daar een Belangrijk Papier op. Hierop stond dat, wegens de enorme schulden van het bedrijf, alle bezittingen van het bedrijf en van al het personeel, in beslag waren genomen. Nee, er werd geen beslag gelegd op de bezittingen van de directeuren en aanverwanten omdat die het niet hadden kunnen zien aankomen. Het personeel was woedend en ging op zoek naar de schuldigen maar trof niemand aan. Het hele team was voor een hijssessie toevallig naar Mozambique getogen. De chef van alle directeuren en aanverwanten was dronken en gaf dus onomwonden in een telefonische verklaring aan dat ze niet zo moesten zeiken. Iedereen had een leuke onbekommerde tijd en poen zat gehad en verder de groeten allemaal.