Over trillen, meetrillen en andere gevaren
Er wordt wat afgetrild om ons heen en in onszelf natuurlijk. Alles wat bestaat, bestaat gewoon uit triljoenen verschillende trillingen. Zo simpel is dat.
Dus niks atomen en quarks en weet ik veel wat nog meer voor mooie namen er door stenentijdperkwetenschappers op kleine dingen worden geplakt. Die zijn veels te groot.
Net zoiets alsof een gigantische alien de Melkweg ziet en dan vaststeld dat-ie eindelijk het kleinste waarneembare deeltje heeft ondekt waaruit alles bestaat.
Die alien krijgt natuurlijk de Alien Nobelprijs en wordt wereldberoemd en gaat dus onmiddellijk lopen miepen dat er meer geld nodig is voor nog meer onderzoek.
Maar die arme aliens en stenentijdperkwetenschappers leven natuurlijk nog steeds in het stenen tijdperk, daarom heten die wetenschappers ook zo. En in die tijd dachten ze ook dat de wereld begrenst werd door de horizon en als het regende stonden de engeltjes te pissen. Wij weten wel beter. Trillingen dus, quadriljoenen bibberigheidjes die als ze op een bepaalde manier trillen vaag waarneembaard voor ons worden. En elk trillinkje bestaat op zijn beurt weer uit ontelbare andere bibbertjes, die op hun beurt elk weer, en die dan ook weer. En dat net zolang als ze er zin in hebben. En dat noemen we dan realiteit, tafel, boom of lekker wijf.
Dat waarneembare stelt natuurlijk helemaal nik voor. Volgens de wetenschap van het stenen tijdperk kunnen wij, de kroon der schepping, het ultieme doel waar het allemaal om begonnen is, slecht 2% van het gebibber in de vorm van licht, straling en nog wat dingen, waarnemen. Dat geeft rust, zo’n wetenschappelijke vaststelling. Nou, dat weten wij natuurlijk beter, want wij nemen met onze zintuigen maar 0,2 quadriljoenste procent van al wat trilt en doet waar en waarschijnlijk nog een flink stuk minder ook. Gewoon omdat we het niet nodig hebben om te eten en te pissen en omdat ’t kan.
We kunnen, ondanks dat we de kroon de schepping moeten voorstellen, alleen datgene waarnemen wat voor ons soort organisme van belang is. Dus een tafel, een dikke Mercedes of een lekker wijf of voor de vrouwen onder ons, een lekker ding. Sommige dieren maar ook aliens zien bijvoorbeeld geen gewoon licht maar alleen een ander stuk getril wat infrarood genoemd wordt en dat hebben die organismen dan weer nodig voor hun geklooi in deze wereld. Het beestje moet een naam hebben anders is ’t er niet. De rest van al dat getril is dus totaal oninteressant en volgens de moderne stenentijdperkwetenschap is het er dan ook niet.
Met ingewikkelde apparaten wordt er soms een klein stukje getril meer waarneembaar gemaakt. Dan is de hele stenentijdperkwetenschap in rep en roer, er worden weer subsidies aangevraagd, en voor- en tegenbegrijpers rollen al vechtend over elkaar heen om elkaar definitief de strot door te bijten. Zodoende hebben we heksenverbrandingen, beeldenstormen, inquisities, god-is-dood-acties en krankzinnigverklaringen in alle kleuren en maten gehad. Maar er kwam natuurlijk ook wel weer meer internettraffic door getrol en geflame en dat is mooi meegenomen.
Al die trillers twitteren met elkaar maar er zijn er maar een paar die de tweet opvangen. Dat zijn de gelijk gestemden die alleen de tweets oppikken waar ze een band mee voelen, waar ze iets mee kunnen. Dan geven ze een reactie en vaak gaan ze elkaar dan ook retweeten, ze gaan dus met elkaar meetrillen en dat zou je resonantie kunnen noemen. En als er heel veel op die manier met elkaar aan het twitteren zijn krijgen ze een gevoel van saamhorigheid. En dan heten ze links of rechts en die met die dikke twitterzuigduimen heten politici of noem maar wat. Wat is ’t toch simpel allemaal. Als je ’t weet zie je het.
Weer een bericht dat 10 jaar geleden al op ’t internet stond maar niemand wilde ervan horen omdat we hier in dit land niet van terugtrillen houden.
hijs fijn!