Weet je wat erg is, janken op een viaduct om denkbeeldige mensen, dat is pas erg
Ik kende al die mensen niet die uit elkaar werden gereten door bommen en granaten van onze vrienden. Mensen die door napalm en fosfor werden verbrand of door Agent Orange hun huid zagen wegsmelten, als insecten die getroffen werden door een flitspuit.
Bomschoppers
Ook die mensen waarover ik als kleine jongen hoorde vertellen dat ze in grote steden onder het puin werden gevonden en dan vaak ook met een been eraf. Maar daar was geen foto van gemaakt voor het internet. Weggebombardeerde steden die toen de vijand al op de grond lag toch nog maar even uit wraak werden platgegooid. Of die mensen die opeens, toen de vijand ook al op de grond lag, met een atoombom werden nagetrapt. Die mensen kende ik ook niet.
Loopgravenkind
En dus was er hier niemand die met een bordje de straat opging om te protesteren. Er waren wel ergere dingen. Weet je wat erg is, vroegen ze dan als er bij de kapper eens een keer over Dresden, Londen of Hiroshima werd verteld, weet je wat erg is? Erg is, als ze je kind voor de katzekut de loopgraven insturen om daar door andere kinderen kapotgestoken te worden of levend te worden begraven door een rondwalsende tank.
Kinderverassing
Een tank met een waanzinnig lachende chauffeur die flink onder de snoepjes zit van de Nederlandsche Cocaïne Fabriek. Of dat een moeder uit je familie of uit de buurt een brief krijgt dat haar kind voor dat kutvaderland ergens in een godvergeten oord kapot is gereten door andere kinderen die ze eerst gek hebben gemaakt, met diezelfde snoepjes. Dat is pas erg.