Burgerleed

Wij zullen niet rusten tot iedereen een manchesters pak aan heeft

Avondgebed van zo’n bevlogen kamermeisje

Lieve Mark, wij zullen niet rusten tot iedereen hier in dit land en waar ook ter wereld een manchesters pak, zo’n schurend ding met van die ribbels, aanheeft. Wij zullen niet rusten tot we alle bedrijven hebben weggepest.

Tot iedereen die meer in z’n mars heeft dan het ophalen van een uitkering is weggevlucht. Tot we alleen nog over zombies kunnen regeren die met de pet in de hand en een hesje aan op een fluitje langs de kant van de weg staan te blazen als wij langskomen om naar een Partijcongres te gaan waar we tussen de schuifdeuren weer net als vroeger toen we ook lichamelijk nog kleuter waren een nat broekje van opwinding kregen en we mochten raden waar tante Jolande haar lollie had verstopt (grapje, het was een stekkerdoos).

Wij zullen niet rusten tot alle dieren in gouden kooien wonen en mensen in krotten. Tot al onze kinderen zijn verkracht maar de dieren gelukkig een eigen politiekorps hebben. Tot de laatste nerts is vrijgelaten zullen wij op fluitjes blazen en nertsenfokkers bedreigen terwijl we dansen om hun in de fik gestoken eigendommen. En als we dan uit alles en iedereen het bloed hebben gezogen vertrekken we naar de volgende planeet.

Maar niet voordat we iedereen hier en waar ook ter wereld hebben geleerd altijd en overal een mondkapje te dragen, anderhalve meter van elkaar te blijven, windmolens in hun achtertuin te willen en zonnepanelen op hun dak.

Wij zullen niet rusten tot iedereen en z’n oudje elke maand wordt ingespoten met de geweldige producten van onze sponsors en tot alle honden tijdens de avondklok hun behoefte kunnen doen op voorverwarmde hondentoiletten met de mogelijkheid tot wat privacy en wij bidden om met jouw volgende kabinet mee te mogen doen.

“Voorts zijn wij van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.”